Door de opkomst van 5G en Wi-Fi 6 ontkomen we niet aan vergelijkingen tussen mobiel netwerk en wifi en de gecompliceerde relatie tussen beide. We geven je vier aandachtspunten mee, zodat jij goed voorbereid de discussie over draadloze zakelijke connectiviteit aan kunt gaan.
Aandachtspunt #1: 5G en wifi zijn tegelijk complementair, concurrerend en convergerend
De discussie over 5G en wifi gaat gepaard met een eeuwenoude vraag: welke technologie krijgt op termijn de overhand? Om dat te kunnen beantwoorden, moeten we eerst hun functionaliteit en doel begrijpen.
Private cellulair is geschikt voor grote gebieden, buitenruimtes, industriële apparaten en mobiliteit. Er zijn specifieke branches waarin 5G echt uitblinkt zoals energie en nutsvoorzieningen, transport, landbouw en mijnbouw. Wifi is vaak het meest geschikt voor binnen- en kleine buitenruimtes. Het biedt namelijk hoge dichtheid, uitgebreide apparaatondersteuning en kan bulk data uitwisselen.
Sommigen zullen zeggen dat wifi al teveel is ingeburgerd en daarom te goedkoop is om te vervangen. Maar de waarheid is dat er een grijs gebied is waar beide technologieën passen. Voor de meeste omgevingen is de vraag niet "welke technologie moet ik kiezen?", maar: "moet ik 5G toevoegen voor het aanvullen van mijn bestaande netwerkinfrastructuur met Ethernet en wifi?"
Verder betekent ‘convergentie’ uiteraard niet dat mobiel en wifi één zullen worden. Maar het beheren en bedienen van beide draadloze technologieën zal in de loop van de tijd waarschijnlijk meer op elkaar gaan lijken en meer uniform worden.
Aandachtspunt #2: Spectrumopties
Unlicensed spectrum lijkt een beetje op open-source software. Het is goedkoop en toegankelijk, wat de acceptatie stimuleert. Uiteindelijk unlicensed wireless ingebed in alles, net zoals open-source software. Wanneer het eenmaal universeel wordt, is het erg moeilijk te verdringen. Dus dit betekent 1-0 voor unlicensed wifi.
Omgekeerd is mobiel voor een groot deel betrouwbaar en voorspelbaar vanwege de bescherming die wordt geboden door spectrumlicenties. Maar spectrumlicenties zijn beperkt tot mobiele operators met diepe zakken die dat spectrumvermogen kunnen gebruiken voor het bieden van betrouwbare diensten aan bedrijven. Dit is dus een punt voor licensed cellular.
Er valt wat voor te zeggen dat private/lokale licentiebenaderingen zoals CBRS een soort wildcard hebben. Het spectrum is misschien niet breed genoeg voor het oplossen van al je draadloze problemen, maar het is zeker voldoende voor nieuwe oplossingen voor 'hotspots'. Dit is handig voor bedrijven die worstelen met tekortkomingen van wifi voor specifieke apparaten en toepassingen, op het gebied van bereik, technologisch determinisme of mobiliteit. Dus dat is een punt voor locally-licensed cellular (indien beschikbaar).
Aandachtspunt #3: De kosten
Wat apparaten betreft, blijft wifi overwegend winnen van mobiel vanwege de kosten. De mobiele chips en radiocomponenten van mobiel zijn veel duurder dan wifi. Daarom kiezen fabrikanten van consumentenapparaten eerder voor BLE en wifi dan voor 5G. Zo verbeteren ze de prijsstelling, marktacceptatie en marges.
Voor de kosten voor beheer en cloudlicenties, zullen sommige leveranciers de kosten van 5G-infrastructuur verlagen, zodat deze vergelijkbaar worden met wifi. De 5G-kosten zullen in de loop van de tijd dus afnemen, maar dat doen ze niet genoeg. En tegen die tijd hebben we zijn we waarschijnlijk alweer toe aan 6G, en is wifi nog steeds alomtegenwoordig.
Aandachtspunt #4: Appels en peren
Wifi vergelijken met mobiel is absoluut begrijpelijk. Het zijn categorisch vergelijkbare technologieën, ondanks de eerder genoemde verschillen. Een directe vergelijking van 5G met specifiek Wi-Fi 6 is echter een beetje hetzelfde als het vergelijken van een heel seizoen van een tv-serie met een enkele aflevering van een andere serie.
Wifi heeft altijd nieuwe standaarden uitgebracht en overgenomen in stappen van 3 tot 5 jaar. En doorgaans zijn er voor elke standaard twee fasen van functie-adoptie (vaak wave1 en wave2 genoemd). Mobiel heeft een soortgelijk stapsgewijs proces, bekend als 3GPP-releases. Die definiëren zowel nieuwe als iteratieve batches van cellulaire technologie.
Het probleem is dat marketing een reeks 3GPP-releases bundelt (zoals releases 15-19) en deze samen bestempelt als 5G. De talloze generaties wifi-releases worden nooit op één hoop gegooid. De Wi-Fi Alliance zal Wi-Fi 6, 6E, 7 en 8 nooit bundelen in een reeks van tien jaar draadloze vooruitgang. Als we de vergelijking überhaupt gaan maken, moeten we Wi-Fi 6 eigenlijk vergelijken met zoiets als 3GPP Release 15.
In sommige opzichten is het bundelingseffect van mobiel logisch. Mobiel vereist immers langere cycli van implementatie, hogere kosten en complexere installaties en integraties van apparatuur. Het kost allemaal meer tijd en het is dus logisch om dit te plannen en herhalen in cycli van 10 jaar. Omgekeerd zijn de levenscycli van wifi korter, is apparatuur meer gedistribueerd en vooral in thuisnetwerken zijn de apparaten stand-alone en onafhankelijk. Zo veroorzaken de regelmatige upgradecycli minder problemen.
Samenvattend: 5G is dus uitgebreider in zijn end-to-end bereik, maar wifi is flexibeler met frequentere evolutiecycli.